Chat with us, powered by LiveChat

De meeste grote steden werden tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest. Warschau, Poznań en Białystok werden vrijwel met de grond gelijk gemaakt en leden onder de opeenvolgende opmars van vijandige legers en de langdurige nazi-bezetting. Ondertussen bleef Krakau, de grootste en meest cruciale stad van Zuid-Polen, vrijwel onaangeroerd. Hoe kwam Krakau de oorlog door en werd de bevrijding hier en in concentratiekamp Auschwitz-Birkenau verwezenlijkt?

Krakau en de Tweede Wereldoorlog

Op 6 september 1939 gaf Krakau zich zonder slag of stoot over aan de Duitse strijdkrachten, en zes dagen later werd de stad uitgeroepen tot hoofdstad van het Generaal Gouvernement – een nieuw gebied dat door nazi-Duitsland was gecreëerd en bestuurd. Een van de hoofddoelen van het bestaan van het Generalgouvernement was de bevoorradingsbasis van het Derde Rijk te zijn voor landbouw en lichte industrie, dus het nazi-leger had er geen belang bij de infrastructuur ervan te vernietigen. Bovendien besloot Hans Frank, de nieuw benoemde gouverneur-generaal, enkele van de vooroorlogse plannen voor de ontwikkeling van Krakau voort te zetten. Om deze plannen te rechtvaardigen, kondigden de nazi’s aan dat Krakau een urdeustche Stadt (Oude Duitse Stad) was, en richtten ze zelfs een pseudo-wetenschappelijk instituut op om de Duitse wortels van de stad door historisch onderzoek te bewijzen.

Desondanks was de nazi-bezetting van Krakau niet anders dan elders, met inbegrip van het opleggen van strenge totalitaire regels, rassenscheiding en nationale segregatie met de systematische uitroeiing van Joden en Polen van Joodse afkomst, het uitwissen van alle overblijfselen van de Poolse geschiedenis van Krakau, en massale diefstal van kunstwerken.

De nazi-bezetters deden er alles aan om de inwoners van Krakau te germaniseren. In 1939 werden alle Poolse instellingen voor hoger onderwijs en middelbare scholen officieel gesloten. De Polen konden alleen nog maar naar de lagere scholen met een zeer beperkt programma – geschiedenis of aardrijkskunde uitgezonderd. Professoren en intellectuele elites werden systematisch gearresteerd en naar nazi-werk- of concentratiekampen gestuurd. Ondanks al deze repressies heeft de stad Krakau tijdens de bezetting van 5 jaar en 5 maanden nooit te lijden gehad van oorlogshandelingen, veldslagen of strategische ontruimingen, en is ze tot 1945 – het tegenoffensief van het Rode Sovjetleger – niet in gevaar geweest.

De bevrijding van Krakau

Maar in januari 1945, toen het Rode Leger in volle vaart naderde en de Duitsers zich hardnekkig terugtrokken, meestal niet meer dan verschroeide aarde achterlatend, leek Krakau ten dode opgeschreven… maar kwam er uiteindelijk ongeschonden doorheen. Hoe was dat mogelijk? Er zijn twee verhalen in dat verhaal: het communistische en het postcommunistische.

Krakau werd op 18 januari 1945 bevrijd na een vijf jaar durende bezetting door de nazi’s. De bliksemsnelle opmars van het Rode Leger slaagde erin het plan van de Duitsers om de stad volledig te verwoesten in de laatste minuut voor de terugtocht te verijdelen. De beroemde manoeuvre van maarschalk Ivan Konev – de stad omsingelen en aanvallen vanuit het noordwesten in plaats van het oosten – verraste de leiding van de Duitse strijdkrachten volkomen. Het was zo onverwacht dat Duitse eenheden, uit angst dat hun terugtocht zou worden afgesneden, de stad haastig ontvluchtten en niet alle cruciale of historische gebouwen konden opblazen, ook al hadden ze die vele dagen voor de komst van het Rode Leger allemaal al ondermijnd. Alleen de spoorbruggen en een paar verwaarloosbare gebouwen werden verwoest. Krakau kwam er, in tegenstelling tot andere Poolse steden, ongeschonden uit! De inwoners van Krakau eerden maarschalk Konev met de titel van ereburger als teken van hun dankbaarheid.

Sommige wetenschappelijke publicaties, de Polish Film Chronicle (een propagandakanaal van de communistische partij), en school- en universiteitsboeken, evenals een populair filmdrama getiteld To Save The City uit 1971, versterkten deze versie. Deze versie is zo diep geworteld in de naoorlogse geschiedenis van Krakau dat er pas in 1987 (twee jaar voor de afschaffing van het communisme in Polen) een standbeeld van Ivan Konev is opgericht.

Na de val van het communisme in 1989 werd het verhaal herzien. Analyse van de geclassificeerde militaire documenten van het vorige regime bracht aan het licht dat de rol van het Rode Leger bij de redding van Krakau iets minder heroïsch was.

Uit het laatste onderzoek blijkt dat de Duitse strijdkrachten weinig belangstelling hadden voor de verdediging van Krakau, en dat het risico om omsingeld te worden aanzienlijk was. De Duitsers waren goed voorbereid op de komst van de Sovjets, en toen die naderden bliezen de Duitsers de bruggen over de rivier de Dunajec ten zuiden van Kraków op, waardoor al hun troepen een veilige terugtochtlijn kregen. Ze sloten ook de dam in Rożnów, waardoor de Dunajec 3 meter steeg en zo bijna onbegaanbaar werd. De Duitsers hadden zoveel tijd voor een volledige terugtocht dat ze er niet alleen in slaagden om al hun administratie te evacueren, maar ook om geroofde kunstvoorwerpen weg te voeren.

De bevrijding van Auschwitz-Birkenau

Toen het Rode Leger in juli-augustus 1944 de linie van de Vistula-Wisłoka bereikte, op minder dan 200 km. van Oświęcim, overwoog de Duitse leiding twee opties voor het kamp: ofwel liquidatie in geval van aanhoudend succes van het Rode Leger, ofwel vasthouden aan het kamp onder gunstige omstandigheden. De Duitsers begonnen daarom met een reeks evacuatie-liquidatie maatregelen die duurden tot midden januari 1945, maar zij onthielden zich van alles wat het onmogelijk zou maken dat het kamp zou blijven functioneren.

Van 17 tot 21 januari leidden SS-soldaten zo’n 56.000 gevangenen weg uit de kampen en subkampen en dwongen hen vele kilometers te lopen in de ijskoude en barre winterse omstandigheden. Mensen die uitgeput raakte of probeerden te ontsnappen werden door doodgeschoten. De achtergebleven bewakers gingen door met het verdoezelen van bewijzen, waaronder het in brand steken van magazijnen vol geplunderde bezittingen. Op 21 januari waren de meeste SS-officieren voorgoed vertrokken.

In de laatste dagen na de evacuatie bleven er 9000 gevangenen achter in Auschwitz I (het hoofdkamp), Auschwitz II- Birkenau (sectoren BIIe en BIIf), Auschwitz III- Monowitz en verschillende subkampen. De meeste gevangenen die in Auschwitz achterbleven, waren er slecht aan toe. Anderen hadden zich verstopt in de hoop te kunnen ontsnappen. De omstandigheden waren erbarmelijk. Er was geen eten, geen brandstof, geen water. Sommige gevangenen scharrelden tussen de bezittingen die de SS niet had weten te vernietigen. Een kleine groep van gezondere gevangenen verzorgde de zieken.

Intussen rukten de Sovjets op in de richting van Oświęcim – maar zij hadden geen idee van het bestaan van het kamp. Auschwitz bevrijden stond niet in hun orders, maar toen een groep verkenners op 27 januari 1945 Birkenau binnenstrompelde, wisten ze dat ze iets verschrikkelijks hadden gevonden.

Op diezelfde datum werd het concentratiekamp Auschwitz bevrijd door de Sovjet-Soldaten (Het Rode Leger). Dankzij deze soldaten van de 100e en 322e divisie werden zo’n 7000 gevangenen bevrijd uit de drie grote Auschwitz-kampen. De soldaten van andere Sovjet-eenheden bevrijdden zo’n 500 gevangenen uit verschillende subkampen. De meeste bevrijdde gevangenen waren in het jaar 1944 in Auschwitz aangekomen. Het waren voornamelijk Joden en een grote groep Polen, die waren overgebracht na het uitbreken van de opstand van Warschau. Tijdens de bevrijding waren er 500 kinderen in het kamp, waarvan er meer dan 60 hier waren geboren.

Na de bevrijding

Een aantal dagen na de bevrijding werden er twee veldhospitalen opgezet in het kamp en begon het personeel doorlopende medische hulp aan de overlevenden te bieden. Daarvoor hadden soldaten uit de tweede linie die door het kamp trokken, alvast Eerste Hulp en ondersteuning geboden. Begin februari 1945 werd er een ziekenhuis van het Poolse Rode Kruis opgezet door artsen en verpleegsters uit Krakau. De stadsautoriteiten van Krakau hadden besloten het ziekenhuis in Auschwitz op te zetten. De ziekenhuizen in Krakau beschikten niet over de grote capaciteit om duizenden patiënten te verzorgen, daarom werden de zieken behandeld in alle delen van het Auschwitz complex: het hoofdkamp, Birkenau en Monowitz. De patiënten werden in de eerste helft van februari verplaatst naar het voormalige Auschwitz I, waar de leefomstandigheden beter waren. Een groot aantal patiënten (80%) leden aan ernstige ondervoeding. In februari en maart stierven minimaal 500 patiënten in de ziekenhuizen.

De weeskinderen werden overgebracht naar verschillende verzorgingsinstellingen in Krakau en Katowice gebracht. De overlevenden in Auschwitz kregen na de oorlog veel hulp van vrijwilligers. Mensen die in goede conditie waren gingen op eigen gelegenheid uit het kamp. Ze vertrokken in kleine of grote groepen richting Krakau. Hier ontvingen de gevangenen hulp van medewerkers van Poolse overheids- en liefdadigheidsinstanties.

Hoewel enkele journalisten Auschwitz bij de bevrijding bezochten, kreeg het kamp niet dezelfde internationale aandacht als de bevrijding van Majdanek, het eerste grote vernietigingskamp dat tijdens de oorlog werd veroverd. Maar nadat Sovjet-onderzoekers de ware omvang van het moorden in Auschwitz hadden ontdekt, werd het kamp al snel bekend als een symbool van de verschrikkingen van de Holocaust. Met de hulp van de Poolse regering heeft een groep voormalige gevangenen het terrein getransformeerd tot een gedenkplaats en museum.

27 januari 2021: 76 jaar bevrijding van Auschwitz

Kinderen in het kamp vormden het thema van de 76e herdenking van de bevrijding van het Duitse naziconcentratie- en vernietigingskamp. Wegens de pandemie van het corona virus werden de herdenkingsevenementen op 27 januari bij wijze van uitzondering niet op de gedenkplaats, maar online gehouden. Het belangrijkste deel van de ceremonie werd ingeleid door de toespraken van twee overlevenden van Auschwitz – Zdzisława Włodarczyk en Anita Lasker-Wallfisch.

Bronnen:

Auschwitz-Birkenau Memorial and Museum 

Muzeum AK

Culture PL

History

Reacties

reacties